Recent las ik dit artikel over een onderzoek onder 2000 Nederlandse medewerkers van dezelfde organisatie waarvan 1 op de 3 het liefst geen fulltime kantoorbaan meer wil hebben. Ze verwachten flexibiliteit van hun werkgever en niet alleen op het gebied van werktijden en –locatie, maar ook op secundaire arbeidsvoorwaarden.
En geef ze eens ongelijk. Zij zijn, per slot van rekening, in het voordeel. Er staan nu eenmaal meer vacatures open, dan dat er geschikte mensen zijn. Werkgevers willen er alles aan doen om personeelsverloop te voorkomen en hun talent te behouden.
In mijn vorige post over Apple zag je al dat een simpele verplichting om fulltime of een gedeelte op kantoor te werken zomaar kan resulteren in een hoger verloop en daarmee extra kosten voor werving- en selectie van nieuw talent. En dan hebben we het nog niet over de kosten die gerelateerd zijn aan het inwerken van nieuwe mensen of het verloop van kennis.
Dus vooralsnog is het belangrijkste doel voor organisaties om hybride werken te faciliteren: ‘het aantrekken en behouden van talent’.
Waar ik wel benieuwd naar ben is of dit doel zich ook staande zal houden als we in een eventuele recessie belanden of flink in de kosten moeten snijden? Maar goed, ook dan zal hybride werken waarschijnlijk een relevant thema blijven. Al is het alleen maar als een mogelijke kapstok voor een kostenbesparing op de vierkante kantoormeters.